Obadja 1:11

SVTen dage als gij tegenover stondt, ten dage als de uitlanders zijn heir gevangen voerden, en de vreemden tot zijn poorten introkken, en over Jeruzalem het lot wierpen, waart gij ook als een van hen.
WLCבְּיֹום֙ עֲמָֽדְךָ֣ מִנֶּ֔גֶד בְּיֹ֛ום שְׁבֹ֥ות זָרִ֖ים חֵילֹ֑ו וְנָכְרִ֞ים בָּ֣אוּ [שַׁעֲרֹו כ] (שְׁעָרָ֗יו ק) וְעַל־יְרוּשָׁלִַ֙ם֙ יַדּ֣וּ גֹורָ֔ל גַּם־אַתָּ֖ה כְּאַחַ֥ד מֵהֶֽם׃
Trans.bəywōm ‘ămāḏəḵā minneḡeḏ bəywōm šəḇwōṯ zārîm ḥêlwō wənāḵərîm bā’û ša‘ărwō šə‘ārāyw wə‘al-yərûšālaim yadû ḡwōrāl gam-’atâ kə’aḥaḏ mēhem:

Algemeen

Zie ook: Jeruzalem, Lot werpen, Qere en Ketiv
Psalm 137:7


Aantekeningen

Ten dage als gij tegenover stondt, ten dage als de uitlanders zijn heir gevangen voerden, en de vreemden tot zijn poorten introkken, en over Jeruzalem het lot wierpen, waart gij ook als een van hen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

בְּ

-

יוֹם֙

Ten dage

עֲמָֽדְךָ֣

stondt

מִ

-

נֶּ֔גֶד

-

בְּ

-

י֛וֹם

ten dage

שְׁב֥וֹת

gevangen voerden

זָרִ֖ים

als de uitlanders

חֵיל֑וֹ

zijn heir

וְ

-

נָכְרִ֞ים

en de vreemden

בָּ֣אוּ

introkken

שערו

tot zijn poorten

שְׁעָרָ֗יו

-

וְ

-

עַל־

en over

יְרוּשָׁלִַ֙ם֙

Jeruzalem

יַדּ֣וּ

wierpen

גוֹרָ֔ל

het lot

גַּם־

ook

אַתָּ֖ה

waart gij

כְּ

-

אַחַ֥ד

als een

מֵ

-

הֶֽם

-


Ten dage als gij tegenover stondt, ten dage als de uitlanders zijn heir gevangen voerden, en de vreemden tot zijn poorten introkken, en over Jeruzalem het lot wierpen, waart gij ook als een van hen.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!